Dag 11 - Colca Canyon

25 december 2023 - Yanque, Peru

Feliz navidad!

Om 6:30 liep de wekker af voor een vroeg ontbijt omdat we op jacht zouden gaan naar condors. Dat betekende wel eerst de enorme klim naar het restaurant en met de ijle lucht staan we boven te hijgen als een oud paard. Laten we het maar zien als hoogte stage. Goed om te zien dat onze huis alpaca weer gewoon stond te grazen en dus geen onderdeel was van ons kerstdiner. 

De andescondor (Vultur gryphus) is een gier en is met een lijf van ruim een meter en een vleugelspanwijdte van rond de 3 meter de grootste vliegende vogel. Het is een gier en dus een aaseter: de condor jaagt zelf niet. Hij komt, zoals de naam al doet vermoeden, voor in het gehele Andesgebergte van Venezuela tot aan Argentinië en kan op 3000-5000 meter leven en vliegen (gebruikmakend van de thermiek). Hoe groot de populatie is, is onbekend. In tegenstelling tot andere landen zoals Chili, doet de Peruaanse overheid niets aan de bescherming van deze enorme vogels. Hun grootste vijanden zijn de mensen en hoogspanningskabels (dus eigenlijk ook de mens).

De ideale omstandigheden om ze te spotten is in de ochtend bij zon en met wind. De plek om dat te doen is ‘Mirador Cruz del Condor’ op ruim 3900 meter en ongeveer een uurtje rijden over een smalle weg die behoorlijke schade heeft ondervonden van verschillende aardbevingen. Hier gelukkig geen spannende inhaalmanoeuvres. We volgen de linker kant van de canyon en hebben voortdurend prachtige vergezichten. Het landschap is adembenemend. 

In het nationale park zijn er verschillende uitkijkpunten om de condor te spotten. Dat valt nog niet mee, want ook al zijn het gigantische vogels, ze vallen in het niet tegen de achtergrond van die enorme bergen. Het duurde zeker 40 minuten voordat we er 2 zagen en eentje vloog zo vlak voor me langs dat mijn telelens nutteloos bleek. Er volgden er gelukkig nog genoeg. Wat dat betreft ook fijn dat we ons eigen tempo kunnen bepalen. De groepen die hier komen, blijven een uurtje en, condor of niet, vertrekken dan weer. Wij hadden gelukkig alle tijd om ze goed te bekijken. Wat een voorrecht.

De bergbewoners leven in kleine gemeenschappen behoorlijk geïsoleerd en leven van de landbouw en de veeteelt. En dat allemaal op land dat in terrassen tegen de bergen is gebouwd. Ze bewerken de grond nog grotendeels met de hand, omdat ze met landbouw machines niet goed uit de voeten kunnen op die heuvels. De meeste bewoners zijn van inheemse afkomst en dragen traditionele kleurrijke kleding. We stoppen in het dorpje Maca. Op het plein is het druk, want de gemeente deelt paneton uit, een vruchtencake (van Italiaanse origine), dat traditioneel met kerst wordt gegeten. Deze vindt gretig aftrek.  Het is een klein dorp, zeer armoedig, hetgeen nog maar eens wordt bekrachtigd door de kerk met scheuren, omdat er geen geld is om deze aardbevingsschade te herstellen. Je ziet het ook aan de inwoners, al was het alleen maar aan hun (geheel of gedeeltelijk ontbrekende) gebit. Wat ze dan weer wel hebben is een enorm beeld van een Inca krijger in gevecht met een Spaanse soldaat. De Inca krijger heeft daarin de overhand. We weten inmiddels dat dit niet een geheel realistische voorstelling van de geschiedenis is. 

Rond de lunch waren we weer in Las Casitas en met 23 graden was het goed toeven in de schaduw op het terras. De Peruaanse keuken wordt alom geroemd en we hebben inderdaad alleen nog maar heerlijk gegeten. Het is ook duidelijk ‘slow food’ want voor een lunch (zonder vooraf en toetje) zit je toch al gauw anderhalf uur aan tafel. We hebben op zich geen haast, maar het past niet helemaal in ons normale ritme.

De middag hebben we heerlijk op het terras kunnen nagenieten van de ochtend en kunnen relaxen met een boek en een drankje. Op zich een goed ritme: in de ochtend actief en in de middag relaxen. Morgen de andere oever van de canyon.

Foto’s